Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp
Email
Print

Het slavernijverleden in de Vechtstreek

Sinds begin dit jaar is in onze gemeente het Comité Stichtse Vecht 30 juni-1 juli actief. De initiatiefneemster is Naomie Veerman uit Loenen. De data 30 juni en 1 juli staan voor de herdenking van de slachtoffers van de slavernij en de bevrijding van de tot slaaf gemaakten in de Nederlandse koloniën. Op 1 juli 1863 kwam er immers formeel een eind aan de slavernij in de Nederlandse overzeese gebieden. De vrijheid was daarmee overigens nog niet gelijk herwonnen, want de ‘bevrijde slaven’ werden nog lange tijd verplicht tot dwangarbeid tegen een hongerloon.

Het verleden werkt door
Het lijkt allemaal ver weg, lang geleden en voorbij: de tijd dat Nederland een grote rol speelde in de slavenhandel en de slavernij in de koloniën. Maar wie om zich heen kijkt ontdekt dat bewijzen van die tijd ook nu nog in onze regio zichtbaar zijn, bijvoorbeeld in de buitenplaatsen aan de Vecht.

De meeste buitenplaatsen uit de 17e en 18e eeuw waren buitenverblijven van welgestelde Amsterdamse kooplieden. Denk maar aan ons gemeentehuis Goudenstein te Maarssen, gebouwd en bewoond door Johan Huydecoper. Hij was verschillende keren burgemeester van Amsterdam en was ook nauw betrokken bij de West Indische Compagnie, die plantages in Suriname en het Caraïbisch gebied exploiteerde. Op deze plantages moesten tot slaaf gemaakte Afrikanen onder zware omstandigheden meer dan 400 jaar dwangarbeid verrichten. Dichterbij Loenen vinden we de buitenplaats Vreedenhoff met het grote smeedijzeren hek en de prachtig onderhouden tuin. De eerste bewoners verdienden niet alleen veel geld met bankzaken, maar ook met het transport van slaven.

Het verleden werkt bij verschillende bevolkingsgroepen ook in het heden nog door in hun dagelijks leven. Mensen van wie voorouders slaven hadden of aan slavernij verdienden, worden zich daarvan bewust. Niet zelden proberen zij daarvan iets goed te maken. Zij doen dat bijvoorbeeld door culturele en educatieve programma’s te ondersteunen of onderzoek te financieren. Ook de nazaten van de tot slaaf gemaakten dragen hun familiegeschiedenis met zich mee. Zij gaan vaak op zoek naar hun roots. Alle reden om ook in onze gemeente van tijd tot tijd stil te staan bij het slavernijverleden.

Comité 30 juni-1juli
Naomie Veerman vond dat het tijd werd het bewustzijn van het slavernijverleden in de Vechtstreek te versterken. Daarom richtte zij onlangs het Comité Stichtse Vecht 30 juni-1 juli op.
Naomie heeft een zwarte vader en een witte moeder. Zij ziet zichzelf als dubbelbloed – een verrijking van twee achtergronden. Vanuit die identiteit wil zij bruggen bouwen en de dialoog stimuleren. Ze is geboren in Amsterdam en woont nu met haar dochter in Loenen, aanvankelijk in Cronenburgh. Daar leek een kwartje te vallen. Haar Surinaamse voorouders van vaderszijde hadden als slaven gewerkt op de koffieplantage Kroonenburg. Nu lijkt er geen verband te bestaan tussen het vroegere Kasteel Cronenburgh en de Surinaams plantage, maar de associatie versterkte het bewustzijn over haar afkomst. Zij ging op onderzoek uit en vond in Loenen en omgeving de buitenplaatsen waarvan de oorspronkelijke bewoners onder meer rijk waren geworden door handel in slaven. Sommigen van hen exploiteerden ook plantages over zee, waar tot slaaf gemaakten moesten werken.

Erkenning is belangrijk
Naomie streeft met het Comité naar erkenning en herdenken. Dat is niet alleen haar behoefte. Dat geldt zeker voor degenen die afstammen van mensen die als slaaf op plantages hebben gewerkt. Zij willen erkenning voor het feit dat slavenarbeid van hun voorouders destijds heeft bijgedragen aan de welvaart van ons land.

“Het helpt ons wanneer erkend wordt wat er in het verleden is gebeurd. Excuses horen daar ook bij. Die kwamen ook van koning Willem Alexander en premier Mark Rutte. Dat gaf de mensen die het aanging een goed gevoel,” aldus Naomie. Terecht zette de premier destijds geen punt maar een komma. Wat na die komma moet komen, daaraan wil het Comité van Naomi invulling geven in onze regio, zoveel mogelijk in samenwerking met de gemeente. Dat is geen gemakkelijke weg. Zoals iedereen die zijn of haar nek uitsteekt, krijgt ook Naomi narigheid over zich heen via internet: “Hou daar toch over op, mens!” en “Komen jullie soms geld halen?”  Voor Naomie bevestigt dat juist het belang van educatie en dialoog.

Samenwerking met andere comités
Naomie is van mening dat herdenken van de ‘gebroken ketenen’ (Keti Koti: slaven die uit hun ketenen zijn bevrijd) niet alleen iets moet zijn van de grote steden. Het comité wil daar in de Vechtstreek vorm aan geven door culturele manifestaties te verzorgen met eten en muziek, door educatieve programma’s voor het basis- en voortgezet onderwijs op te zetten en uit te voeren, en door momenten van herdenking te organiseren.

Van meet af aan staat Naomie niet alleen met haar initiatief. Zij richtte het comité op op advies van het NiNsee, het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis. Dat is een landelijk kenniscentrum dat informatie verzamelt en overdraagt over de slavenhandel en het koloniale verleden. Het is ook verantwoordelijk voor de organisatie van Keti Koti in Nederland. Goed gezelschap dus.

Zij werkt intensief samen met de 25 comités, die er in Nederland zijn. Een bijzondere band heeft zij met het Utrechtse comité, dat de gedachte van Bondru uitdraagt. Bondru is Surinaams en staat voor verbinding. Het staat ook voor het erkennen van de koloniale geschiedenis en voor het bouwen aan herstel – voor onszelf, voor elkaar en voor de generaties na ons. Zij laat zich graag inspireren door voorbeelden in andere plaatsen. “We moeten op weg naar een maatschappij waar handen schudden normaler is dan elkaar met de met de vingers nawijzen. Zo bouwen we stap voor stap aan een samenleving waarin begrip, respect en solidariteit de basis vormen, voor onszelf en voor de generaties na ons,” zo besluit Naomie.

Het Comité Stichtse Vecht 30 juni-1 juli zal zeker van zich laten horen.

We houden het in de gaten.
Maarten Elling

 

Voor de agenda:

13 november, bibliotheek Breukelen: lezing “Leven in twee werelden”, een persoonlijk verhaal en de rol van het Comité Stichtse Vecht 30 juni-1 juli.