Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp
Email
Print

Overeenkomst over fietsbrug Nieuwer Ter Aa getekend

Gezamenlijk persbericht van ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, provincie Utrecht en gemeente Stichtse Vecht

Het Rijk, de provincie Utrecht en de gemeente Stichtse Vecht hebben eind januari 2024 een bestuursovereenkomst gesloten over de aanleg van een fietsbrug over het Amsterdam-Rijnkanaal tussen Nieuwer Ter Aa en Breukelen en de voorwaarden waaronder de pont tot die tijd kan doorvaren. De fietsbrug gaat op termijn de pont vervangen, met het doorvoeren van drie extra veiligheidsmaatregelen kan de pont in principe in de vaart blijven totdat de fietsbrug gereed is.

Minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat, gedeputeerde André van Schie van de provincie Utrecht en wethouder Frank van Liempdt van de gemeente Stichtse Vecht ondertekenden de overeenkomst in het dorpshuis in Nieuwer Ter Aa.

Langere tijd is gesproken over de nautische veiligheidsrisico’s van de pont op het kanaal. In december 2022 werd duidelijk dat de partijen het eens geworden waren over een vervangende fietsbrug. Er is toen ook afgesproken dat onderzoeksinstituut MARIN zou kijken welke extra maatregelen mogelijk zijn, zodat de pont veilig in de vaart kan blijven tot de fietsbrug er is. Het afgelopen jaar heeft MARIN het onderzoek uitgevoerd en is de overeenkomst over de aanleg van de fietsbrug in goed overleg in detail uitgewerkt.

Kosten en planning
De kosten van de fietsbrug zijn geschat op € 27 miljoen. Er is afgesproken dat het Rijk een vaste bijdrage doet van € 20 miljoen. De provincie en gemeente dragen respectievelijk € 5 miljoen en € 2 miljoen bij en zijn verantwoordelijk voor eventuele kostenoverschrijdingen. Partijen streven ernaar om het project zo snel mogelijk, maar uiterlijk in 2030 af te ronden. Nadere studie is nodig om te bepalen hoe de brug er precies gaat uitzien en wanneer de aanleg start. De provincie Utrecht is verantwoordelijk voor de realisatie en het beheer van de fietsbrug.

Veiligheid pont
Voor het Rijk is de nautische veiligheid bepalend voor het doorvaren van de pont. MARIN, dat eerder een veiligheidsonderzoek deed, heeft aanvullend onderzoek gedaan welke extra maatregelen nodig zijn om de pont veilig te kunnen laten doorvaren tot de oplevering van de brug. Bovenop de reeds doorgevoerde aanbevelingen van MARIN, zoals het laten meevaren van een steward, zijn drie extra maatregelen bedacht: meer afstand tot doorgaande vaart houden, stoppen met varen bij 1000 meter slecht zicht in plaats van de huidige 300 meter en standaard de marifoon gebruiken, zodat iedereen op het kanaal zich bewust is van de aanwezigheid van de pont. Dit kan in de praktijk betekenen dat de pont minder vaak in een uur zal oversteken en dat de gebruikers dus soms iets langer moeten wachten.

Minister Harbers: “Ik ben blij dat een manier is gevonden om de pont op een veilige manier voorlopig te behouden. De pont heeft een belangrijke positie in de lokale gemeenschap, maar voor het ministerie is de veiligheid voor de schipper, de gebruikers van de pont en de overige gebruikers van de vaarweg de eerste prioriteit. Met de extra aanbevelingen kan de pont gelukkig door blijven varen totdat de brug is gerealiseerd.”

Ook wethouder Van Liempdt is blij met de overeenkomst: “Gemeente en actiecomité hebben er met elkaar hard aan gewerkt, maar dankzij de medewerking van Rijk en provincie ligt er nu een mooi resultaat. Er komt een volwaardige fietsbrug, waarmee Nieuwer Ter Aa een goede verbinding behoudt. En de pont blijft voorlopig nog in de vaart. Heel goed nieuws voor de inwoners.”

Gedeputeerde Van Schie deelt de blijdschap: “Fijn dat de fietsbrug er écht gaat komen. De route over het Amsterdam-Rijnkanaal is essentieel in het dagelijkse leven van de inwoners van Nieuwer Ter Aa, maar ook heel belangrijk voor fietsers uit de rest van de provincie. De fietsbrug sluit ook mooi aan bij de toekomstige doorfietsroute van-Dom-tot-Dam tussen Utrecht en Amsterdam. Zo werken we als groeiende provincie aan een bijpassend regionaal fietsnetwerk zodat eenieder veilig én comfortabel naar school, werk en sport kan fietsen of recreatief op de fiets onze mooie provincie kan ervaren.”